Prinsjeskind de tweede
Prinsjeskind de tweede,
rijk van naam, arm van klank
loop jij met niets dan jezelf door dit dorp
te klein voor al te grote woorden
Ooit kwam de regen thuis op het gras
nu knippen vlammen door de bomen
vertrokken je leeuw
zelfs de kraaien gevlogen
eeuwige trouw bestaat niet
Ik hoor je zachte hartslag suizen
de geur van fruit was de geur van geluk
wen maar vast aan een wereld van glas
waar niets ooit nog zal zijn
zoals het vroeger was