Ontmoetingen

Praten met het donker

7 maart, 2016

Sinds ik me kan herinneren ben ik bang voor het donker. Als mijn ouders me toen ik klein was vroegen, iets uit de kelder te pakken, moest mijn broertje mee. ‘s Avonds in het donker op de fiets naar huis vind ik nog steeds niet fijn. Waar ik nu woon moet je voor de douche en de wc een trapje af door het trappenhuis. Er zijn momenten dat ik douchen of naar de wc gaan ’s avonds beangstigend vind en eenmaal beneden vlug achter het douchegordijn kijk of er niemand staat. Ik kijk ook regelmatig op het plafond of daar niet iets of iemand hangt. Wanneer ik op de wc zit, schiet soms de gedachte door mijn hoofd dat een krokodil omhoog zou kunnen bijten. Het klinkt belachelijk en een beetje beschamend als ik het zo typ, maar het is waar.

Een tijdje geleden voelde ik me nogal slecht. Ik was bang voor alles en niets tegelijk en voelde me gevangen in mezelf. Na gesprekken met Tonny en Sam over het donker leren accepteren besloot ik iets te doen wat ik eigenlijk niet durf en zo geschiedde: Ik ging op de toiletpot zitten met de deur op slot en het licht uit. Er zitten geen ramen in onze wc, dus als het donker is, is het ook echt donker. Mijn vriendin Soraya had eens gezegd dat ik mijn gevoelens moet accepteren en er ruimte voor moet maken. Dat zou ik maar eens proberen; ik had toch niets te verliezen en in je eigen wc zitten met de deur op slot is een veiliger manier om het donker te leren omarmen dan wat mijn moeder vroeger deed: ’s nachts in een verlaten gebouw met een seriemoordenaar praten. “Ik geloof dat mijn interesse voor de menselijke psyche daar is geboren”, zegt ze daarover. Ik ben blij dat het haar uiteindelijk is gelukt, mijn moeder te worden.

Het eerste wat ik merkte in die donkere wc was dat het niet uitmaakt of je ogen in het donker dicht of open zijn; je ziet toch hetzelfde zwart. Dat was een benauwende ervaring, alsof ik blind was geworden. Ik wilde gauw het licht aandoen om te checken of ik nog kon zien, maar kon me bedwingen. Ik bleef in het donker zitten met het hart in mijn keel en zei hardop: “Kom maar, angst, er is ruimte voor je.” Dat liet angst zich geen tweede keer zeggen. Het was vreeswekkend hoe het zich openbaarde in de ruimte; als een monster gemaakt van zilveren slierten die steeds kwaadaardiger gezichten vormden. Toen ik angst alle ruimte had gegeven die ik kon geven, zwakte het af.

Daarop sprak ik woede aan: “Kom maar, woede, kom maar met alles wat bij je hoort en alles wat je in wezen bent; kom maar in de vorm van onmacht, teleurstelling, frustratie en koppigheid”. Bij woede verscheen er onweer in de lucht. Felle flitsen die de grond omploegden en er insecten uit lieten kruipen. Woede had behoorlijk veel ruimte nodig. Meer nog dan angst. Misschien omdat angst van nature veel ruimte van me krijgt.

Hierna was het de beurt aan verdriet. Verdriet dat minder wild is dan woede, maar dieper voert. Ze verscheen in de vorm van een riviertje met grashalmen die meebewogen met de stroom. Verdriet is pijn zonder bodem, maar kan als het ruimte krijgt transformeren tot het vermogen, met volle aandacht naar iets te kijken en de diepte ervan in te zien.

Toen angst, woede en verdriet de ruimte hadden gekregen wilde ik het lichter maken. Ik sprak hoop aan. Hoop hoorde me niet. Ik probeerde het liever te vragen, maar hoop bleef afwezig. Ik vroeg aan angst, woede en verdriet: “Jongens, help hoop eens uit mijn hart te klimmen, doe het met warme handen, anders schrikt ze. Hoop is klein en weinig gewend.” Met een beetje gemopper van woede lukte het om hoop naar buiten te halen. Ze was een lichtblauw, doorzichtig ballonnetje ter grootte van een grapefruit dat onhandig in de ruimte zweefde. Ik zei dat er ruimte voor haar was. Ze werd iets groter, maar overtuigend was het niet. Ik besloot het te accepteren en vertrouwen aan te spreken. Met hulp van vertrouwen zou hoop het wellicht makkelijker vinden om te groeien.

Als er iets is wat ik mis in mijn leven, is het vertrouwen. Het maakt niet uit hoeveel mensen me steunen; ik blijf het in twijfel trekken. Toen ik vertrouwen aansprak gebeurde er lange tijd niets, maar doordat hoop ten slotte ook naar buiten was gekomen bleef ik volharden. Op een gegeven moment zag ik een mandje voor me met een doffe zwarte slang erin. Het zat in mijn buik en deed me denken aan sprookjes van vroeger over fakirs die met hun gefluit slangen uit mandjes laten kruipen. Ik werd al moe bij de gedachte dat ik in een donker mandje in iemands buik lig terwijl de tijd verstrijkt en ik ook in de zon door het gras zou kunnen glijden op zoek naar muizen of kuikens. Ik zei tegen slang: “Ik snap dat je een beetje lui bent geworden van dat liggen in je mandje, maar ik beloof je dat je huid, die nu zo dof en donker is eenmaal buiten alle kleuren van de regenboog zal aannemen. Buiten is een stuk meer te beleven dan in je mandje in mijn buik.”

Vertrouwen schudde zijn kopje en liet een donkerrood tongetje naar buiten krullen. Ik vroeg woede, verdriet en angst om hulp, maar die wilden me niet helpen; dit moest ik alleen doen. Ik vond dat ik lang genoeg geduldig was geweest en gaf vervolgens ongeduld de ruimte. Ongeduld besloot dat ik vertrouwen moest dwingen naar buiten te komen, waarop ik begon in te ademen via mijn neus en uitademen door mijn mond, steeds dieper. Beetje bij beetje kwam vertrouwen naar buiten. Ik voelde me als een clown die vlaggetjes uit zijn mond tovert. Toen vertrouwen zover naar buiten was gekomen dat ik hem voorbij mijn neus kon zien, zag ik dat hij doorzichtig was geworden. Hij was dikker dan toen hij in zijn mandje lag en gaf licht zoals de maan licht geeft. Ik moest blijven uitademen tot hij helemaal uit mijn mond was gekropen. De geboorte van vertrouwen was een feit. Het ging om me heen cirkelen en ik voelde mijn handen en voeten tintelen. Bloed begon weer door mijn lichaam te stromen en het donker werd minder duister. Alsof ik nu zelf licht gaf. Het deed me denken aan de afbeelding die je vaak bij een apotheek ziet staan, zo’n slang die kringelt om een stok. Zo eindigde het.

Ik deed het licht aan en moest wennen aan alles wat ik zag; het gezicht dat me aankeek in de spiegel leek van iemand anders, de verhoudingen van de dingen leken verschoven (de traptreden waren plots zo grof en lomp) en alle kleuren vloekten met elkaar. Net of ik door een vreemd Instagram filter in de ruimte keek. Het duurde een tijdje voor ik weer aan de dingen was gewend.
Als het donker is kun je enorm veel ruimte maken aan de binnenkant van je hoofd, terwijl je met het licht aan steeds wordt afgeleid door de dingen die je om je heen ziet. Gelukkig maar dat nacht bestaat en dat je lampen uit kunt doen. Ik raad iedereen aan eens met het donker te praten.

Tags: , , , , , , , ,

#5 Zinloos Geveld

4 maart, 2016

Een tijdje geleden nam Koen me mee naar het Worpplantsoen. Daar lag een enorme omgezaagde beuk. Het bleek niet de bedoeling dat die beuk was omgezaagd, maar een foutje van een ambtenaar; in het kapdocument was een kruisje gezet bij de verkeerde boom. De beuk bleek bijna 200 jaar oud te zijn. Alle reden om het te betreuren dus en alle reden om een gedicht te schrijven. Ik kwam erachter dat Elisa Bonaparte, de zus van Napoleon Bonaparte, in het jaar dat de boom ontkiemde was overleden. Dat was een paar jaar na het Frans-Bataafse bestuur in Nederland. Ik zag in de beuk een symbool van Hollands herwonnen zelfstandigheid en vroeg me allerlei dingen af, waaronder wiens opa’s opa zijn naam in de bast zou hebben geschreven en of de woorden steeds hoger zouden klimmen naarmate de boom groeide. Toen mijn gedicht af was, leek me alleen een gedicht wat kaal. Ik deed een oproepje op facebook wie met een iPhone wilde filmen dat ik het gedicht voordroeg bij de beuk en Johan meldde zich. Hij is het met wie ik in 2013 ook filmpjes maakte voor mijn afstuderen. Hij is het ook met wie ik eens midden in de nacht het bos in ging om bosgeluiden op te nemen. Op de afgesproken dag arriveerde Johan met grof geschut en zelfs een slider om de camera gelijkmatig te kunnen bewegen. Het effect daarvan zie je meteen in het begin van de video. Please, enjoy en deel dit met beukliefhebbers, in het bijzonder de mensen die nu nog rouwen om het verlies van de boom.

Vier Vriendelijke Verkeersregelaars

12 februari, 2016

Tijdens Grasnapolsky 2016 ontmoette ik vier vriendelijke verkeersregelaars. Ik heb ook heel veel andere dingen gedaan, zoals bijvoorbeeld op excursie met de boswachter gaan, te lezen op het Nieuws gedeelte van de Grasnapolsky website waar ik voor mocht bloggen. Een aantal dingen moet ik nog uitwerken, bijvoorbeeld het interview dat ik hield met boswachters Tim en Frank en Lucky Fonz III. Daarover dus binnenkort meer.
Verkeersmensen in de nacht

Gevraagd als blogger voor #Gras16!

4 februari, 2016

Een paar dagen geleden werd ik tot mijn grote verrassing door de organisatie van festival Grasnapolsky benaderd of ik zin heb om naar het festival te gaan om voor hun website te bloggen over wat ik er zoal beleef. Grasnapolsky staat al weken in mijn agenda geschreven, hoewel ik ten tijde van het schrijven nog geen idee had wat het inhield. Ik had de naam slechts horen vallen en besloot toen dat het te grappig klonk om te missen. Ik was er nog niet aan toegekomen, kaartjes te kopen door mijn reisje in Duitsland en de griep die erop volgde; nu zou de mogelijkheid om radio Klootwijk van dichtbij te zien via en heel andere weg naar me toe kunnen komen! Aangezien ik me vrij belabberd (leuk woord is dat eigenlijk, wie labbert dan aan je, als je je “belabberd” voelt?) voelde toen ze me vroegen, besloot ik af te wachten met de definitieve toezegging tot ik beter zou zijn. Een heleboel gemberthee, cranberrypillen en vele uren slaap later werd ik fris genoeg wakker om ja te kunnen zeggen. Het is nu de avond vóór de eerste Avond Der Avonden; op naar #Gras16!

Stokstaartje op de Zwarte Cross

Stokstaartje op de Zwarte Cross

Tags: , , ,

Spiegelbomen

3 februari, 2016

In een park in Münster waren prachtige bomen die spiegelden in het water.

spiegelbomen münster

Tags: , , ,

Ruimte voor de rivier

4 december, 2015

De feestelijkheden rondom het einde van de werkzaamheden van het project Ruimte voor de Rivier. Ik had de eer om mijn gedicht De IJssel voor te dragen en het gedicht is op prachtige manier vereeuwigd.

Tags: ,

Jon needs help

24 november, 2015

Een tijdje geleden gaf de Amerikaanse singer-songwriter Jon Shain een prachtig optreden in Paco Plumtrek, Almelo. Hij vroeg aan het einde of er nog meer singer-songwriters in de zaal zaten en ik stak mijn hand op, waarop hij me op het podium vroeg om iets te spelen. Het klikte zo goed dat ik die avond de trein naar Enschede miste en moest blijven slapen in het huis van de mede-organisator waar Jon en zijn goede vriend en tourmanager Rob Turner ook verbleven. We hielden contact en besloten bij zijn volgende tour door Nederland samen een contact geven. Dat vond plaats in de bijzondere galerie van Arie Arendsman in Enschede. Nu is het zo dat Jon een nieuwe plaat heeft gemaakt met Joe van Joe Newberry Music en daarbij wel wat hulp kan gebruiken. Ze hebben nog 7 dagen te gaan en ik hoop dat ze het gaan redden. Misschien ben je wel benieuwd naar hun muziek die niet in Nederlandse winkels zal komen te liggen. Dan verwijs ik je graag door naar hun kickstarter project.

Femme fatale

5 november, 2015

Toen ik nog in Enschede woonde, liep ik eens op een mooie zomerdag door Twekkelerveld. Een meisje van een jaar of 3 kwam voorbij, gezeten op een mini-jeep. Erachter kwam haar vader. Hij bestuurde de wagen en zag eruit alsof hij goed kon vechten. Er kwam een blonde vrouw met lange benen voorbij fietsen. De vader raakte afgeleid en stuurde zijn dochter pardoes tegen een boom. Sinds die dag weet ik wat femme fatale betekent.

Twekkelerveld

PS: Het is goed afgelopen met het meisje. De jeep had ook niets.

Tags: ,

Deventer voordeurenproject

4 november, 2015

Toen ik ongeveer een jaar geleden in Deventer kwam wonen viel het me op hoeveel zorg er hier van oudsher is besteed aan de verfraaiing van voordeuren. Af en toe fotografeerde ik er een aantal die uit het oog sprongen en geleidelijk groeide het plan om een voordeuren project te beginnen en er poëzie bij te betrekken. Het lijkt me super tof om de mensen die achter die voordeuren wonen of werken te interviewen en daar gedichten over te schrijven. Ik wil namelijk niet alleen schrijven op basis van wat ik op afstand observeer; ik houd ook erg van interactie. Bovendien: een stad wordt gevormd door haar inwoners; zij is niets zonder de mensen die haar bewonen. Dat doet me denken aan een van de gedichten die onderdeel van ons NNENN album is:

Thuis wacht er een man op mij
als licht in een verlaten stad
het schijnt, maar niemand ziet dat

Zo heb ik ook een gedicht geschreven over binnen en buiten en hoe die twee zich tot elkaar kunnen verhouden.Tot zover de bruggetjes. Het heeft even geduurd voor ik het voordeuren plan durfde toe te laten; ik had er voor mezelf alweer een kathedraal van mogelijkheden van gebouwd -van stadsroutes met gidsen die van voordeur naar voordeur gaan, een app die mensen naar random voordeuren stuurt om daar een kopje thee te komen drinken in het kader van integratie, een collage van al die voordeuren die samen de stad Deventer uitbeeldt als je uitzoomt etc.- die de stap naar verwezenlijking vrijwel altijd bemoeilijkt. Vanmorgen, op de verjaardag van mijn lieve vriendin Soraya, werd ik echter wakker met het idee, vandaag een foto van een voordeur met gekleurd glas eromheen te posten. Die foto stuurde ik haar ook, omdat ik het beeld bij haar vind passen. Hierbij de foto en binnenkort meer nieuws over het project!

Voordeur #1

Tags: , , , , , ,

leeftijd

27 oktober, 2015

Vandaag werd ik in de bieb aangesproken door twee 15-jarige Turkse jongens. Ze boden me chocolade aan en vroegen of ik ook Turks was. Dat denken ze bij mijn moeder ook vaak. Toen ik vertelde dat ik 25 ben, schrokken ze zich kapot. “25?! Ik dacht dat je 16 was! Ik wou juist net je nummer vragen…maar…euh….”. Ze werden ontzettend verlegen en gingen me met “u” aan te spreken. Alsof ik opeens een ander was. Grappig hoe leeftijd soms kan werken op je perceptie van een persoon.

Tags: , ,