Toen ik ongeveer 3 jaar geleden een tijdje in Stockholm woonde ging ik vaak naar Fotografiska, het fotografie museum aldaar. Er was op een gegeven moment een heftige expositie van Sally Mann. Ze had gefotografeerd op de Body Farm in Texas. De body farm is een onderzoeksinstelling waar het verloop van het menselijke ontbindingsproces wordt bestudeerd. Op de een of andere manier vond ik het niet vies of gruwelijk om die ontbindende lichamen te zien, maar mooi. Ik schijn op 5-jarige leeftijd tegen mijn moeder gezegd te hebben: “Mama, als ik morgen doodga, is dat niet erg, dan heb ik een goed leven gehad”. Zo denk ik er nog steeds over, al was ik op 5-jarige leeftijd nog wel wat hoopvoller gestemd over de wereld dan nu. Een tijdje geleden las ik weer een artikel over de body farm en toen was de tijd rijp voor het volgende gedicht.
—–
Van niets verloren
Nooit meer warme handen
nooit meer watertanden
nooit meer niezen, nooit meer juichen
nooit meer kapers op de kust
Misschien dat je je lichaam houdt
maar gauw ben je een pop van leer
met huid zo taai als metworst
Nooit meer fietsen, nooit meer zingen
nooit meer vogels leren vliegen
nooit meer vliegers laten dansen
nooit meer bami op je bord
Misschien dat je je naam behoudt
maar spoedig spreekt geen mens je taal
en sta je slechts gekerfd in steen
Nooit meer honger, geen verlangen
nooit meer schrijven in de trein
nooit meer vloeken, nooit meer ruzie
nooit meer angstig hoeven zijn
Misschien dat iemand bloemen brengt
maar niemand blijft zo lang als jij
Nooit meer koken, nooit meer grapjes
nooit meer glijden tussen lakens
nooit meer stralen uit je ogen
nooit meer zweten, nooit meer koud
Geen affectie
geen reactie
geen plannen voor de toekomst
geen gedeelte van de opbrengst
geen gezeik
van niets verloren