Vannacht droomde ik dat ik in een oud, wit landhuis was met roze en okergele gordijnen. In de hoek van elke ruimte lagen verkoolde balken en ik haalde de zolen van mijn schoenen open aan spijkers op de vloer. Ik ging naar buiten waar het donker was. Er kwam een auto aan. Er zaten vijf mannen met bivakmutsen in. Ik schrok en besefte hoe kwetsbaar mijn positie was. Een van de mannen deed zijn muts af en gaf me een vette knipoog. Het bleek een goede vriend. ‘Wij zijn op weg naar de goede zaak en wilden alleen even groeten.’ Met piepende banden scheurden ze weg. Toen werd ik wakker. Badend in het zweet en vol gedachtes en gedicht ideeën die ik haastig insprak in mijn telefoon terwijl ik dacht: ‘Dit is het, fuck, ik heb het, het is begonnen, zo voelt het dus, een hand op je borst die je het matras in duwt.’ Ik stond op, nam een vitamine c tablet en nam mijn temperatuur op. 36,7.
Tags: Corona, droom, Koortsdroom