In de lockdownperiode werd ik benaderd door het Deventer Vocaal Ensemble onder leiding van Elske te Lindert of ik een tekst voor hen zou willen schrijven die vervolgens op muziek zou worden gezet door hun vaste componist Hayo Boerema. De koorleden hadden er met elkaar over gepraat wat het betekende om al zo lang noodgedwongen niet samen te kunnen zingen en de woorden die vanuit deze brainstorm het meest naar boven kwamen deelden ze met mij, ter inspiratie voor mijn te schrijven tekst.
Aangezien ikzelf lange tijd in een klassiek jeugdkoor heb gezongen, -in het Enschedese Multiple Voices onder leiding van Lucy Oude Elferink-, en überhaupt zangeres ben vond ik het een mooi idee om me bezig te houden met wat zingen in essentie voor mij betekent en hoe het voelt/wat het kan betekenen om samen te zingen.
Er schoot me een herinnering te binnen van een koorreis naar San Francisco die ik als 14-jarige heb mogen ervaren: Op een zonnige dag vormden we daar op een enorm plein bij een kathedraal met de hele groep, zo’n twintig pubers, een cirkel met onze gezichten naar buiten gericht, oog in oog met de bezoekers van de kathedraal. Ik herinner me hoe mooi ik dat moment vond. We konden elkaar niet zien, maar wel horen. Samen zongen we, hoewel meerstemmig, als uit één stem en hoewel het kwetsbaar voelde -omdat je de anderen niet kon zien was het een beetje of je in je eentje zong-, voelde ik me via mijn handen en oren enorm samen, sterk en gedragen door de anderen.
Aan dit moment dacht ik terug terwijl ik me net als zo’n beetje heel Nederland, opsloot in mijn huis en me in stilte voorbereidde op de te schrijven tekst. Het resulteerde uiteindelijk in een gedicht die de titel Klankstad heeft gekregen en hieronder kun je het lezen. Hoe Klankstad door Hayo verklankt is heb ik, na veel uitstel om bekende redenen, eindelijk in het echt mogen ervaren tijdens het recente DVE concert in de Bergkerk op 1 mei. Wellicht mag de opname van het concert op een dag gedeeld worden of komt er nog een nieuwe opname, tot die tijd mag je van me aannemen dat het erg bijzonder was.
Klankstad
De lucht die ons het leven geeft
verrijken wij van binnenuit
met dat wat in ons leeft.
We openen sluizen en alles komt vrij,
herscheppen de ruimte in vreugde en pijn.
Trillende golven razen voorbij;
zo klinken wij, zo klinken wij.
Woorden en klanken versterken elkaar,
het ritme gebiedt om door te gaan.
Kristallen pilaren verlaten de grond,
de hemel licht op en wij zwellen aan:
Dit is een tijdelijk toevluchtsoord,
hier ben je veilig zolang je ons hoort.
De lucht die ons het leven geeft
verrijken wij van binnenuit.
We openen sluizen en alles komt vrij,
zo klinken wij, zo klinken wij
tot iets ons de adem beneemt.