Onlangs was het vroeg in de ochtend al zo mistig dat je de overkant van het water niet kon zien; je stuitte meteen op een witte muur. Toen ik langs deze boom aan de oever kwam viel mijn mond open. Het diffuse licht dat door de vochtige blaadjes scheen deed ze haast gewichtloos lijken en al die tinten groen in dat spel van licht en donker..
In het echt was het natuurlijk nog veel mooier dan op de foto. Het geheel deed me denken aan een aquarel van mijn oma, die altijd boven de deur naar de keuken hing. Het verbeeldt ons familiehuisje in Oostenrijk, dat ook nu zij er niet meer is nog door de familie wordt bezocht en verzorgd. De ontmoeting met de boom bracht me ertoe, die dag over het gegeven mist te praten met de kleuters van een school in Zutphen, want daar gaf ik die dag poëzieles voor De Schooldichter. Het resultaat van mijn lessen voor De Schooldichter is altijd een echte bundel waarin ieder kind een plek heeft. Het begin van het groepsgedicht over de mist wil ik jullie niet onthouden:
Als je nu naar buiten kijkt
zie je wolken in de straat,
wit als de vacht van een schaap,
maar dunner dan wol.
Dun als de rook van een vuur.
Tag: natuur
Mist
21 oktober, 2021Van niets verloren
21 november, 2015Toen ik ongeveer 3 jaar geleden een tijdje in Stockholm woonde ging ik vaak naar Fotografiska, het fotografie museum aldaar. Er was op een gegeven moment een heftige expositie van Sally Mann. Ze had gefotografeerd op de Body Farm in Texas. De body farm is een onderzoeksinstelling waar het verloop van het menselijke ontbindingsproces wordt bestudeerd. Op de een of andere manier vond ik het niet vies of gruwelijk om die ontbindende lichamen te zien, maar mooi. Ik schijn op 5-jarige leeftijd tegen mijn moeder gezegd te hebben: “Mama, als ik morgen doodga, is dat niet erg, dan heb ik een goed leven gehad”. Zo denk ik er nog steeds over, al was ik op 5-jarige leeftijd nog wel wat hoopvoller gestemd over de wereld dan nu. Een tijdje geleden las ik weer een artikel over de body farm en toen was de tijd rijp voor het volgende gedicht.
—–
Van niets verloren
Nooit meer warme handen
nooit meer watertanden
nooit meer niezen, nooit meer juichen
nooit meer kapers op de kust
Misschien dat je je lichaam houdt
maar gauw ben je een pop van leer
met huid zo taai als metworst
Nooit meer fietsen, nooit meer zingen
nooit meer vogels leren vliegen
nooit meer vliegers laten dansen
nooit meer bami op je bord
Misschien dat je je naam behoudt
maar spoedig spreekt geen mens je taal
en sta je slechts gekerfd in steen
Nooit meer honger, geen verlangen
nooit meer schrijven in de trein
nooit meer vloeken, nooit meer ruzie
nooit meer angstig hoeven zijn
Misschien dat iemand bloemen brengt
maar niemand blijft zo lang als jij
Nooit meer koken, nooit meer grapjes
nooit meer glijden tussen lakens
nooit meer stralen uit je ogen
nooit meer zweten, nooit meer koud
Geen affectie
geen reactie
geen plannen voor de toekomst
geen gedeelte van de opbrengst
geen gezeik
van niets verloren
#1 Ik wil over de IJssel schrijven
5 september, 2015Vandaag ontstond mijn eerste Deventer Dichter gedicht.
—
Ik wil over de IJssel schrijven
Ik wil over de IJssel schrijven,
maar hoor een oude heer vertellen
dat hij gister zijn eerste biertje dronk:
”Het smaakt naar azijn met bruine suiker”,
vertrouwt hij de verkoper toe.
Ik wil over de IJssel schrijven,
maar koop een kaart van een chimpansee,
omdat die aan mijn nichtje doet denken
-al verwoord ik dat anders naar haar vader-
Ik wil over de IJssel schrijven,
maar buiten blaast een meisje grote bellen in de steeg.
Je ziet de paraplus erin, ze zweven tot ze knappen.
Ik vind mijn camera te laat, alweer iets wat verloren gaat.
Ik wil over de IJssel schrijven,
maar in de bieb daar schijnt de zon.
Ze hebben er cake op gouden bordjes
en films met dansende lijken.
Ik wil over de IJssel schrijven,
maar vrees dat het te laat is;
ga er zelf maar kijken.
—-
Tags: deventer, natuurZonsondergang bij de IJssel
2 mei, 2015Het was een uur of 19:00. Ik besloot met de fiets de IJssel te gaan volgen om plekken te treffen waar ik nog niet eerder was geweest en kwam uit bij een straatje voor de productie van autobanden met aan het einde een hek en een jongen in een auto. Hij groette vriendelijk en vroeg me wat ik daar deed. Ik zei hem dat ik de rivier wilde volgen tot waar ik hem nog niet kende, waarop hij me toestond, door het hek te gaan, ondanks het Verboden Toegang bord, omdat hij lid was van de kanoclub die daar zit en omdat de eventuele mensen daar het vast prima vonden.
Ik zette mijn fiets aan een paal, liep een soort heuvel op en zag toen aan de linkerkant het water uitmonden in brede stromen, zoals ik dat normaal enkel vanuit de trein heb gezien. Aan de rechterkant was de zon net bezig, onder te gaan. Net of ze op mij had gewacht. Er waren geen mensen meer, ik vroeg me af wie er op dat moment met me mee keek, of er wel genoeg bewondering is voor dit wonder dat toch elke avond maar weer plaatsvindt.
Op weg naar de tandarts
13 januari, 2015Het regent. Ik sta op perron 1 van station Deventer.
zing voluit over “love has gone wrong”,
bekijk de witte lijnen voor blinde mensen en
wens me badeendjes voor in de dakgoot.
Dan stap ik de trein in om op mijn gemak mensen te observeren,
bomen te zien waaien en rivieren met mijn ogen te volgen.
Een dode gans drijft in de sloot, stijf als een boomstronk, met zijn kont omhoog.
Ik ben op weg naar de tandarts in Enschede,
waar ik nu ruim een maand niet meer woon.
Sinds kort heeft hij een gat in zijn dak waar doorheen je de lucht kan zien.
“Dat is mooi”, zegt hij, “als het sneeuwt of stormt. Het leidt af van de pijn.”
Hij vertelde ooit over zijn reis naar Egypte.
Dat leidde ook af van de pijn, beter zelfs dan het gat in zijn dak.
Croissantstruik
20 november, 2014In Deventer vond ik een croissantstruik. Ik heb het niet geproefd; hij leek me nog niet rijp.
Tags: natuur