Dit gedicht schreef ik naar aanleiding van het nieuws uit het Midden-Oosten dat we vanaf de lente te horen hebben gekregen. Ik droeg het voor bij de afsluiting van het project Kitchen on the run, een prachtig reizend initiatief dat bijeenkomsten organiseert waar vluchtelingen en bewoners van de stad waar het tijdelijk neerstrijkt met elkaar koken om elkaar beter te leren kennen. Deventer is de enige stad in Nederland waar het project dit jaar plaatsvond. Daar mogen we best trots op zijn.
——————
De lente begint
De begint in een donkere wereld
die wij van overzee bezien.
Drones tonen steden waar grijs overheerst
in leeggeschoten straten.
Op Facebook miezert het meningen,
het draagt geen enkel antwoord aan.
Ik weet aan welke kant ik sta,
maar niet wie ik moet volgen.
Slapend raak ik diep te water,
duik ik muntjes tussen haaien,
draag ik dorpen op mijn rug;
wakker raak ik kant noch wal.
Ik wou dat de wereld een schoolklas was,
die leerde hoe je elkaar bevrijdt
van alles wat schrijnt en alles wat blijft,
ook als je vraagt of het weg wil gaan.